Ieder ingrediënt in ieder SC Johnson product gaat door onze grondige Greenlist™-programma. De basis is een wetenschappelijke evaluatie in vier stappen waarbij gekeken wordt naar gevaar en risico. Het is gebaseerd op de allerbeste dataverzameling en wordt gedreven door onze toewijding aan het constant verbeteren van onze producten.
We besteden veel zorg aan het kiezen van ingrediënten die door iedere stap van onze evaluatie komen. Er zijn een klein aantal gevallen waarbij het best beschikbare ingrediënt, zoals het actieve ingrediënt in een insecticide, bij een van deze stappen tekortschiet. In zo’n geval gaat het door een productrisicobeoordeling om het niveau te bepalen dat veilig is voor mensen en het milieu. Dan passen we een extra mate van voorzichtigheid toe.
Onze evaluatie kijkt naar de volgende criteria:
Stap 1: Chronische gevaren voor menselijke gezondheid, zoals de potentie om kanker of voortplantingskwalen te veroorzaken. Onze databronnen hiervoor zijn o.a. California Proposition 65 en het Internationale agentschap van de Wereldgezondheidsorganisatie voor onderzoek naar kankermonografieën. We steken veel voorzorg in deze stap en het grootste deel van de ingrediënten die we gebruiken, komt door deze stap. Voor de weinige die er niet doorheen komen, zijn over het algemeen ingrediënten in producten zoals insecticides, stellen we een veiligheidsfactor in die meer dan duizendmaal lager is dan het laagste niveau dat impact kan hebben om de menselijke gezondheid of het milieu.
Stap 2: Milieugevaren op de lange termijn, dat betekent de potentie in het milieu te blijven en te accumuleren en giftig te zijn. Dit staat bekend als een “PBT.” Onze databronnen hiervoor zijn o.a. het Europe Agentschap voor chemische stoffen (ECHA), de lijst van zeer zorgwekkende stoffen van de ECHA en de PBT Profiler van de Amerikaanse Environmental Protection Agency en criteria voor de beoordeling van PBT. Net als bij stap 1 veroorzaakt enige indicatie van PBT dat een ingrediënt de evaluatie niet behaald, waardoor een beoordeling wordt gestart voor het veilige gebruik, zoals hieronder uitgelegd.
STAP 3: Acute risico’s op de gezondheid van mens en milieu, zoals toxiciteit voor zoogdieren of aquatische toxiciteit. In plaats van de effecten op de lange termijn die worden onderzocht in stappen 1 en 2, kijkt deze stap naar de mogelijke effecten op de korte termijn, zoals huidirritatie of het vrijlaten van vluchtige organische stoffen (VOS) in de lucht. Onze databronnen hiervoor zijn o.a. veiligheidsinformatiebladen van leveranciers, het Amerikaanse National Institutes of Health’s TOXNET en de richtlijnen van de Organization for Economic Cooperation and Development. Het beoogde gebruik van een aantal van onze producten is van invloed op deze evaluatie. We willen, bijvoorbeeld, dat onze insecticides giftig zijn voor ongedierte maar veilig voor mensen. Dus voor bepaalde ingrediënten als ze worden gebruikt in bepaalde producten, maken we verschillende impactniveaus mogelijk.
STAP 4: Andere potentiële effecten, bijvoorbeeld of een ingrediënt een allergische reactie op de huid kan veroorzaken. Het Greenlist™-programma is ontwikkeld voor de constante verbetering, zowel van onze producten en het programma zelf. Deze laatste stap bekijkt gebieden waar data en methodologieën nog steeds worden ontwikkeld en we misschien nieuwe criteria willen toevoegen in de toekomst. Op dit moment ligt onze focus op huidallergenen. We wilden verder gaan dan gewoonlijk en grotere transparantie bieden, dus ontwikkelden we een wetenschappelijk, extern gevalideerd proces voor
de identificatie van huidallergenen en transparantie. Ondanks dat deze ingrediënten alleen in dusdanige hoeveelheden worden gebruikt, dat het onwaarschijnlijk is dat ze problemen veroorzaken, hadden we het gevoel dat deze nieuwe Greenlist™-criteria nog meer nuttige informatie zou geven aan consumenten.